Christo Lelie: ‘Geen afscheid, maar doorstart’
Op 28 oktober bereikt Christo Lelie de AOW-gerechtigde leeftijd. Als organist van de Vierhovenkerk wordt zijn aanstelling echter op zijn verzoek na zijn pensionering verlengd. Op 22 oktober, zijn laatste dienst voor zijn officiële pensionering, viert hij tevens dat hij 50 jaar kerkorganist is en dat hij volgend jaar 25 jaar verbonden is aan de Vierhovenkerk. Mijlpalen, die reden genoeg zijn om Christo een paar vragen te stellen.
Als je nu je 50-jarig jubileum viert, betekent dat, dat je al op heel jonge leeftijd achter het orgel zat. Waar was dat, hoe raakte je zo verslingerd aan dat instrument en hoe kwam je in Delft terecht?
‘Om te beginnen met je laatste vraag: ik ben niet in Delft geboren, maar er wel getogen. Mijn eerste orgelbaan was echter in Den Haag. Toen de Vierhovenkerk in 1999 het Engelse orgel aankocht, werd ik gevraagd er de vaste bespeler van te worden. Dat deed ik graag. Het voor onze omgeving unieke Norman & Beard-orgel leek mij heel aantrekkelijk en het scheelde veel gereis tussen Delft en Den Haag. Het voelde als thuiskomen, want in mijn jeugd kerkte ik al in de Vierhovenkerk (toen nog Goede-Herderkerk). Mijn fascinatie voor het orgel heb ik sinds mijn kleutertijd. Mijn ouders kerkten toen in de Westerkerk. Wat wás ik onder de indruk van dat kolossale orgel, waarvan ik keer op keer de pijpen telde. Op zo’n instrument wilde ik spelen. Mijn ouders kochten daarom een piano en vanaf mijn zevende kreeg ik pianoles. Al snel stond voor mij vast dat ik musicus wilde worden. Na mijn gymnasiumopleiding ging ik dus hoofdvak piano studeren aan het Rotterdams Conservatorium. Daarvoor al had ik rond mijn zestiende orgellessen gehad van een oom. Vanaf mijn zeventiende mocht ik hem soms als organist vervangen en kreeg ik spoedig mijn eerste orgelbaan bij de Vrij Evangelische Gemeente te Den Haag. Daarna werd ik hulporganist in de gereformeerde Salvatorkerk in Den Haag-Escamp, waar mijn oom de hoofdorganist was. Later wisselden mijn oom en ik van rol en werd ik er cantor-organist. Dat bleef ik tot mijn komst naar de Vierhovekerk. Ondertussen was ik in 1990 ook cantor-organist van Vrijzinnig Delft aangesteld. Vele jaren begeleidde ik één keer per maand hun diensten in de Waalse Kerk, sinds 2019 in de Lutherse Kerk. Naast erediensten begeleiden geef ik regelmatig orgelconcerten, tot in Oekraïne toe.’
Wat doe je nog meer, naast orgelspelen?
‘Mijn hoofdbaan was gedurende veertig jaar op de piano balletlessen begeleiden aan de Rotterdamse Dansacademie. Daar ga ik nu met pensioen. Daarnaast was ik tussen 1981 en 2021 recensent bij dagblad Trouw. Ik ben dit jaar tevens veertig jaar hoofdredacteur van het Piano Bulletin en bestuursvoorzitter van de Franz Liszt Kring. In talloze muziektijdschriften schreef ik artikelen over piano- en orgelmuziek. Dat schrijven en redigeren hoop ik na mijn pensioen nog volop te blijven doen.’
Heb je een lievelingscomponist? Staat er nog een orgel op je verlanglijst om te bespelen?
‘Ik heb mij altijd bijzonder aangetrokken gevoeld door Franz Liszt. Vrijwel al zijn orgelwerken voerde ik uit en thuis heb ik een heus Liszt-Museum. Een orgelverlanglijstje heb ik niet, maar ik probeer op vakantie altijd wel ergens te spelen.’
AOW-gerechtigd: wat betekent dat voor jou? Ik kan me niet voorstellen dat je het orgel laat zwijgen…
‘Klopt! Een musicus gaat wat mij betreft nooit met pensioen. Daarom heb ik gevraagd om mij in de Vierhovenkerk na mijn pensionering opnieuw aan te stellen. De feestdienst op 22 oktober is dus geen afscheid maar een doorstart.’